kennis

Begrippen

Kennisbank isolatie

Er zijn een aantal gegevens waarmee de verschillende soorten isolatie met elkaar zijn te vergelijken:
 
  • Warmtegeleiding coëfficient  (Lambda-waarde)
  • Isolatiewaarde  (R-waarde)
  • Isolatiewaarde  (U-waarde)
  • Dampdiffusieweerstand (µ-waarde)
  • Warmte opslag capaciteit  (C-waarde)
  • Geluids isolatiewaarde 
  • Brandveiligheid (klasse)

Warmtegeleidingscoëfficient (lambda-waarde)
Geeft aan hoe goed een materiaal warmte geleid. Hoe lager de waarde hoe beter. Deze waarde is een materiaaleigenschap en dus niet dikte afhankelijk. Isolatiematerialen zijn met deze waarde goed met elkaar te vergelijken gezien de dikte niet meespeelt. De lambda waarde wordt uitgedrukt in W/mK  
 
Isolatiewaarde  (R-waarde)
De R-waarde geeft de isolatiewaarde weer van een materiaal. Hoe hoger de R-waarde hoe beter het product de warmte tegenhoud. De R-waarde is dikte afhankelijk. Hoe dikker het materiaal hoe hoger de R-waarde zal zijn. De R-waarde van een materiaal is te berekenen aan de hand van de lambda-waarde (zie hierboven), de formule is als volgt:
 
R-waarde =  Dikte van het materiaal in meters / lambda waarde
 
De R-waarde van een materiaal wordt vaak opgegeven in Rd. Naast de Rd waarde is er ook de Rc waarde. De Rc-waarde heeft betrekking op de Isolatiewaarde van de complete constructie. Zowel het isolatiemateriaal als de houtconstructie, aftimmerig en dakbedekking.

 

Isolatiewaarde  (U-waarde)
De U-waarde is eigenlijk de omgekeerde R-waarde. De U-waarde dus geeft aan hoeveel warmte er verloren gaat. Deze waarde wordt gebruikt voor materialen met een vaste dikte. (bijvoorbeeld dubbelglas). Hoe hoger de U-waarde, hoe slechter de isolatie en dus hoe lager hoe beter. 
De U-waarde kan je vanuit de R waarde berekenen: 

1 / R-waarde =  U-waarde. 

Of andersom: 

1 / U-waarde = R-waarde

 
Dampdiffusieweerstand (µ-waarde)
Vochtige lucht verplaatst zich altijd van een vochtige omgeving naar een minder vochtige omgeving. (warme lucht vloeit altijd naar koude lucht). Tijdens dit transport ondervindt de zogenaamde dampstroom een weerstand die afhankelijk is van het type materiaal waar de dampstroom doorheen gaat. Deze weerstand (de dampdifusieweerstand) van het materiaal wordt uitgedrukt in een zgn. µ-waarde.  De µ-waarde geeft de verhouding weer van de dampweerstand van het van materiaal t.o.v. de dampweerstand van een laag lucht.  De µ-waarde van lucht is 1. Materialen waardoor geen dampstroom mogelijk is, bijvoorbeeld plastic, hebben een oneindige dampdiffusieweerstand.  
 
Warmtecapaciteit (C -waarde)
Dit geeft aan hoeveel energie er nodig is om het materiaal 1 graad te doen stijgen.  Dit is een materiaaleigenschap en dus niet dikte afhankelijk. Hoe hoger de C-waarde hoe trager een isolatiemateriaal opwarmt.  Dit betekend dat wanneer zomers de zon op de gevel straat, het bij isolatiemateriaal met een hoge C-waarde lang duurt voordat de muur is opgewamd en deze wamte doorgeeft naar binnen. Het blijft binnen dus langer koel in de zomer. Andersom: In de winter zorgt isolatiemateriaal met een hoge C-waarde ervoor dat de warmte langer in de muur blijft en dus niet snel naar buiten lekt. Een eenmaal opgewarmd huis heeft hierdoor veel minder bij-verwarming nodig. 
 
Geluidsisolatie waarde
De geluidsisolatie van een materiaal wordt onderverdeeld in 2 soorten:
 
  • Luchtgeluidsisolatie (geluiden die zich voortplanten in de lucht zoals muziek)
  • Contactgeluidsisolatie (geluiden die zich voortplanten in het materiaal door bv een  trillende wasmachine)

Luchtgeluidsisolatie
De luchtgeluidisolatie van een materiaal wordt onderverdeeldt in 2 soorten:
 
  • De geluidsabsorptie 
  • De geluidisolatie

Geluid absorptiecoefficiënt (Alfa-waarde)
De geluid absorptiecoëficient geeft weer hoeveel geluid er geabsorbeerd wordt door het materiaal en dus ook hoeveel geluid het terug kaatst. De absorptiecoeficient  wordt uitgedrukt in een schaal van 0-1. 
Waarbij 1 een geluidsabsorptie weergeeft van 100% oftewel er is geen enkele weerkaatsing van het geluid. Bijvoorbeeld bij lucht. En 0 een totale weerkaatsing van het geluid weergeeft. De geluidsabsorptie zegt niets over de mate waarin het materiaal geluid doorlaat. Maar geeft alleen weer hoeveel geluid er wordt terug gereflecteerd de ruimte in.  
 
Absorptiematerialen zijn in het algemeen licht van gewicht en bezitten meestal een poreuze open structuur, terwijl materialen die geluid isoleren (dus niet doorlaten) niet poreus zijn en bij voorkeur een grote massa per oppervlak hebben. 
 
Geluidsisolatie (db)
De geluidsisolatie geeft aan hoeveel geluid het materiaal verzwakt van de ene naar de andere ruimte. De verzwakking van het geluid wordt uitgedrukt in db(decibel) en is afhankelijk van de dikte van het materiaal. (hoe dikker het materiaal hoe minder geluid het doorlaat). De geluidisolatie is sterk afhankelijk van de omstandigheden, zoals kieren en geluidlekken.
 
Contactgeluid
Het isoleren van contactgeluid is een stuk lastiger dan het isoleren van luchtgeluid. De enige manier om contactgeluid te isoleren is door de wand of vloer te ontkoppelen van de rest van de ruimte. Dit kan bijvoorbeeld door het gebruik van rubbers of schuimband. Het voorkomen van contactgeluid bij vloeren wordt meestal opgelost door het leggen van een (zachte) ondervloer van bijvoorbeeld houtvezel of vilt. Door gebuik van de ondervloer wordt het contactgeluid van de dekvloer en de verdiepingsvloer voorkomen. De contactgeluid reductie wordt vaak opgegeven in 2 getallen. De verzwakking van het  contactgeluid naar de ruimte eronder en de verzwakking van het contact geluid dat terug de kamer in kaatst. Omdat het contactgeluid afhangt van het soort verdiepingsvloer en de dekvloer heeft het getal alleen betrekking op specifieke vloeren, bijvoorbeeld alleen bij laminaat.
 
Rekenen met Isolatiewaardes (RC-waarde)
De Rc-waarde is de isolatiewaarde van de totale constructie. Bijvoorbeeld van een dak of muur. De Rc-waarde kun je berekenen als je de dikte en de warmtegeleidings coëfficient hebt van alle materialen die in de constructie zijn gebruikt.
 
De berekening is dan als volgt: Bereken van elk product de Rd waarde en tel deze bij elkaar op, dit maakt de Rc-waarde. 
Let op, lucht telt ook mee. I.p.v. warmtegeleiding wordt bij “lucht” de warmteweerstand vermeld: Bij een horizontale spouw wordt een lambda-waarde van 0.182 aangehouden, bij een verticale spouw krijgt lucht een lambda-waarde van 0.169.
 
Brandveiligheid (Brandklasse)
 
Er zijn sinds 2003 zeven Euro-brandklassen: A1, A2, B, C, D, E en F. De A1 klasse is de hoogste en daarmee veiligste klasse. Als basis voor het nieuwe brandklassensysteem geldt dat het beste product geen enkele bijdrage mag leveren aan een brand. Een onbrandbaar product hoort dus thuis in de hoogste klasse. Een product dat zeer snel vlam vat en snel verbrandt met veel hitte-ontwikkeling, dus het meest brandbare product, komt in de laagste klasse (F). Bij de bepaling van het brandgedrag van bouwproducten is gekeken naar onderstaande aspecten:
 
  • Temperatuurstijging
  • Massaverlies
  • Vlamuitbreiding
  • Mate van branduitbreiding
  • Horizontale vlamuitbreiding
  • Totale calorische waarde
  • Rookontwikkeling
  • Vlamtijden
  • Totale hitte-ontwikkeling
  • Totale rookproductie
  • Productie van brandende druppels / delen

 
Brandklasses

 
  • Klasse A1 – Geen enkele bijdrage – Onbrandbaar 
  • Klasse A2 – Nauwelijks bijdrage – Praktisch niet brandbaar 
  • Klasse B   – Erg beperkte bijdrage – Heel moeilijk brandbaar 
  • Klasse C – Grote bijdrage – Brandbaar
  • Klasse D – Hoge bijdrage – Goed brandbaar 
  • Klasse E – Zeer hoge bijdrage – Zeer brandbaar 
  • Klasse F – Niet bepaald, Niet getest of voldoet niet aan E